IdDatumTitel

Verhalen en Gedichten

Eindhoven


Mijn lief mooi lelijk Eindhoven,
In je toekomst kon ik nooit geloven.
Ik ben je gaan vervloeken,
Ik moest mijn geluk elders zoeken,
Om de middelmatigheid te ontvluchten.
Ik wilde leven, van ʼt leven gaan genieten.
In mijn hart kon jij je nooit ontbloemen,
De liefde van mijn jeugd; ik liet je me ontschieten


Eindhoven, je mooie dorpen ring,
Glanzend als 'n paarlsnoer,                         
Om de nek van 'n goedkope hoer.
Eindhoven ik heb je nooit genoeg bezongen,
De verlaten straaten van mijn jeugd,
De dommel waar wij zwommen.
Die eideloze zomers toen,
Mama, ik verveel me zo,
Ga toch fijn buiten spelen jonge.


Eindhoven, oh mooi lief lelijk Eindhoven,
'n Kind kon daar gelukkig zijn,
Lange warme dagen, spelen in de zonneschijn.
Iedereen was zo tevreden toen.
Er waren geen gevaren voor 'n kind,
Geen boze mannen geen verkeer.
Alles was zo als het hoorde;
De heide paars de bossen groen.


Eindhoven, mooi, mooi Endhoven,
Waarom heb je me verlaten.
Alles is zo vol gebouwd nu,
Al die autos in de straaten.
Het huis waarin ik met mijn ouders woonde,
Is gekrompen tot 'n kleine doos,
Waarin ik al mijn dromen draag,
Verloren bijna, hopeloos.


Eindhoven, oh Eindhoven,
Ik sluit mijn ogen nu,
Een keer nog laat ik me in jouw geloven,
Een keer nog speel ik de revue.
Vaarwel mijn lief, vaarwel,
Ik blijf je altijd trouw.
Je was er toen ik je nodig had.
Eindhoven Ik hou van jouw.

 

 

Copyright © 2008  Johannes van der Weijden