IdDatumTitel

Verhalen en Gedichten

Fris gewassen, het haar opzettelijk nonchalant in de brillantine, lopen drie jongens naar "de stad".. Druk pratend, soms luid lachend, het zondagse geld in de zak en tegemoet komende grote kerels uit de weg gaand.

Als er een struikelt over een trottoirtegel en met zijn hoofd laag boven de grond een val weet te voorkomen, doen de andere twee alsof ze het niet zien.

Bij de ijssalon halverwege worden ze eventjes jongetjes en kopen een ijsje. Diep achter in de zaak verscholen, smullen ze ervan. Stiekem loeren ze naar wat meisjes die kwetterend als mussen bij elkaar zitten aan een formica tafeltje. Telkens kijkt er een heel even naar hen en buigt zich met een rood hoofd naar haar vriendinnen. Wat zeggen ze nu tegen elkaar denken ze alle drie, maar zeggen niks. Een voor een verdwijnen ze in het toilet om voor de laatste keer hun vette haar in de spiegel te controleren.

Erg lang is dat haar niet: ‘Je wilt toch niet op die Beatles gaan lijken?!`. had moeder uitgeroepen met een van afschuw vertrokken gezicht. Nou dat wilden ze nu juist wel: de generatiekloof ten voeten uit. Ze verlaten de zaak, de meisjes geen blik waardig keurend, maar wel in het voorbij hun lekkere geurtjes opsnuivend. Dat kan niemand zien.

Op de grote markt aangekomen gaan ze naar het café ‘Club 44 `waar iedereen komt.Waarom? Je praat erover op school, ze draaien er jouw muziek en alle meiden zijn er. Aan de bar bestellen ze een spatje - cola-whisky - , die met een sigaret - Camel - binnen de kortste keren wordt opgedronken. Bij bekende nummers knikken ze hun hoofden op het ritme mee en zingen zacht fonetisch de tekst mee, elkaar samenzweerderig aankijkend. Op een schermpje achter in de zaal wordt bij sommige nummers een bijbehorend filmpje in vale kleuren gedraaid. Een voorloper van de videoclips. Alle hoofden zijn er naar toe gekeerd en de diskjockey maakt van de gelegenheid gebruik om naar de w.c. te gaan.

Dan ziet een van hen een meisje uit zijn klas en begint in haar oor schreeuwend een verhaal, wat voornamelijk over zijn hobby gaat :'t in elkaar solderen van schakelingetjes.

De andere twee zien de blik van het meisje regelmatig wegdraaien en ze nemen simultaan een trek aan hun sigaret.

Bij de volgende bestelling kijkt de barjuffrouw hen professioneel vriendelijk lachend aan : dat is dan tenminste iets.

Het meisje gaat met een smoesje naar een andere hoek in de overvolle rokerige ruimte en ze staan er weer alleen voor. Enkele, evenmin succesvolle, jongens uit hun klas vragen hen of ze die moeilijke wiskundesom hebben kunnen oplossen. Wanhopig kijken ze naar jongens die het wel lukt om meisjes te boeien en ze vragen zich af wat zij niet hebben, en die jongens blijkbaar wel.

Na een half uur gaan ze duwend tegen onwillige ruggen naar buiten, waar de uitsmijter treiterend ‘Dank je wel` roept als ze hem geen fooi geven. Overal lopen groepen jongens en meisjes, elkaar uitdagend aankijkend, voorbij.

Op de hoek is een friture, waar een kroketje getrokken wordt van hun flink slinkende voorraad geld. Langzaam etend achter elkaar lopend door de winkelstraat, soms verveeld starend in een etalage, gaan ze richting huis. Op terugweg laten ze de ijssalon maar zitten en zijn voor elven al weer thuis.