Bijdrager Peter Vermeulen
Jaar: 1953
Locatie 1.:Centrum |113 De Witte Dame |Willemstraat
Onderwerp.: Spoorwegen / Tramwegen |Bels Lijntje
Willemstraat met spoorwegovergang
Beschrijving | Bij de spoorbomen zien we het spoorwachtershuisje 40. Het Bels lijntje liep zo ongeveer over het terrein van de moskee naar de Hagenkampweg. Het heeft nog tot 1959 dienst gedaan voor het vervoer van Belgische Philipswerknemers. |
---|---|
Geplaatst op | 06-01-2006 |
Reacties
Naam: Jan Toirkens
Dus kijken we hier, recht vooruit, naar het oosten, tenzij iemand anders een beter kompas heeft en me wil verbeteren. Direct links achter de overweg was de groente- en fruitwinkel van de Finus (Lenarts) op Willemstraat 44, die zich per 6 juli 1959 in de Schootsestraat vestigt. Het staat me bij dat langs zijn huis of zijn schuur achterin de Gender liep, want zijn schuur daar was behoorlijk wat lager gebouwd dan de winkel aan de straat. Aan de rechterkant van de Willemstraat hier, de spoorwegovergang voorbij, zaten de zusters (nonnen) met hun kapel waar ik dikwijls een paar minuten de stilte wist te waarderen. Ze waren in die tijd (1950) nog altijd achter tralies en mochten niet rechtstreeks met de buitenwereld contact hebben.
Naam: Toon Geevers
Het Bels lijntje is wel degelijk gebruikt voor vervoer van werknemers. Wij zijn in 1949 in de Benoitstraat komen wonen en er reden toen ook nog personentreinen over het lijntje. Toen ik er een dag woonde ben ik er al gaan kijken. Dus Ad ik denk dat je ongelijk hebt.
Naam: Will van Oers
Het Bels Lijntje is wel degelijk gebruikt voor Philipspersoneel. Massa's Belze meiden werden er dagelijks vervoerd. Heb je nooit gehoord dat die meisjes wel 'ns vijf paar nylon kousen over elkaar aantrokken om zo de douane te slim af te zijn? Dat gebeurde bij voorkeur op dat lijntje.
Naam: Ad Pluijm
Sorry, maar in mijn beleving was dat allemaal veel vroeger. Wij gingen er ook altijd spelen en legden er spijkers op de rails als er een trein aan kwam, voor onze pijl en boog (dat weten jullie dan ook nog wel), maar het waren altijd vrachttreinen. Of was het zo dat er een paar personenwagons tussen zaten? Dat komt dan omdat ik in die tijd nog niet naar meisjes keek.
Naam: Bert Stamps
Beste jongens, wij hebben in de Gagelsteeg gewoond, tegen het Bels Lijntje aan, vanaf 1948 tot 1956 en hebben er alleen maar vrachtwagons zien langskomen die bij Philips binnen reden en naar België vracht vervoerden. Dus moet dat vóór 1948 zijn geweest dat daar personen zijn vervoerd, ander zou ik het moeten weten, want wij speelden er altijd en reden nog mee tot aan de Hoogstraat en sprongen er dan vanaf, moet je nu niet meer aan denken.
Naam: Paul van der Cingel
Ik kan nog wel een beetje verwarring toevoegen. Bij de overweg Mauritsstraat-Lod. Napoleonplein was een perron aan de zijde van de Julianastraat. Een aarden wal met houten beschoeiing. Ik heb daar regelmatig treinen stil zien staan en passagiers instappen, zelf ben ik later 1 keer meegereden en uitgestapt in Waalre. Vanaf het najaar 1942 tot lente 1944 kwam ik hier elke dag, op weg van en naar de bewaarschool in de Hendrik Casimirstraat. Ik zag de overwegwachter regelmatig aan het werk om met de hand het mechanisme van de spoorbomen te bedienen. Ik wilde later dan ook wel overwegwachter worden, maar helaas, het opbreken van het Lijntje heeft ook die ambitie in de knop gebroken.
Naam: gerard strijards
Het Belgisch Lijntje had inderdaad oorspronkelijk een functie voor het vervoer van passagiers, zowel náár Eindhoven, meestal vanuit Luik, als vanuit Eindhoven naar Hasselt, waar vervolgens op andere aansluitingen werd overgestapt. Het werd geopend in 1866, toen eindelijk de lang geprojecteerde "Zuider-Spoorweg" gereedgekomen was die aansluiting gaf op het gigantische, in ontwikkeling zijnde, Pruisisch Spoorwegnet dat nog niet genationaliseerd was, maar waarin de staat Pruisen wel meerderheidsaandelen bezat. Via Luik kon men doorstomen naar Keulen, maar ook zuidelijker het Rijnland in. De aansluiting op de Köln/Mindener-Haupteisenbahn met de vele vertakkingen naar Hamburg, Dortmund en uiteindelijk Berlijn gaf aan deze Belgische lijn een buitengewone betekenis, waarbij bedacht dient, dat de Zuider-Spoorweg voorlopig alleen via Venlo op dat Pruisische net aansluiting gaf. De lijn Eindhoven/Hasselt/Luik gaf een transportmogelijkheid zuidelijker naar het hoog-geïndustrialiseerde handelsdebiet van de zuidelijke Duitse staten Beieren, Baden en Württemberg, die nog niet aangesloten waren bij de vrijhandelsassociatie van de Noord-Duitse Bond. Via deze lijn konden de grootindustriëlen uit het Kempenland, waaronder de Strijpenaar J. Elias, hun massaproductie op uiterst lucratieve wijze in die staten op de markt brengen. Vanuit die staten kwam ook een tegenstroom aan halffabricaten op gang en een niet aflatende menigte toeristen die, ongekende luxe, nu eindelijk eens in een comfortabele reisgelegenheid naar de Noordzeestranden konden komen, een vertier dat voordien ook voor de meer welgestelden uit die staten voordien zo goed als onbereikbaar was. Het Belgisch Lijntje bracht Nederland, maar ook Eindhoven, ongedachte welvaart tot de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Strijp, voorheen volkomen ontoegankelijk voor zware transporten, voer er zeer wel bij. Al bleef het toch een armelijke gemeente, de barre onverdroten armoede uit de negentiende eeuw zelf was ten einde, wanneer men maar "op het fabriek" wilde werken, en daar was lang niet iedereen toe genegen. Maar de Algemene Bijstandswet was er nog niet en de Armenwet 1854 gaf geen bijstand aan hen die niet bereid waren iedere werkgelegenheid binnen vier uur gaans te baat te nemen. De Willemstraat, de kunstweg, was tussen spoor en werkplaats een onontbeerlijk tracé dat dan ook nauwkeurig door Strijp en Eindhoven onderhouden werd. De verlaadperrons bij de Willemstraat waren vooral voor de halffabricaten die gelost en gestapeld werden voor de Strijpse industriëlen die hun machineparken hadden gesticht belendend aan de Willemstraat/Strijpsestraat. Daaronder natuurlijk Elias, die de lijn vooral voor zijn stoommachines nodig had en dus, niet toevallig, zijn bleekvelden daar ook had liggen voor zijn machinaal vervaardigde linnen- en huistextielproducten. Elias had heel veel kolen nodig, maar dat gold ook voor de uitbaters van de emballagefabrieken aan de Gagelstraat. Ook zij gebruikten immers stoomkracht, maar dan op veel kleinere schaal. Na 1918 is de firma Philips de lijn vooral gaan gebruiken voor Belgische arbeidskrachten. Philips had, mede door deze lijn, de hele oorlog kunnen doorproduceren en ruim afzet kunnen borgen tot in Sint Petersburg toe. De firma kon daarom na 1920 een exponentiële doorontwikkeling tegemoetzien, waarbij de laadperrons aan de Willemstraat ook de functie kregen van passagiers-af- en opstapplaatsen. Er kwamen dan ook houten wachtlokaliteiten. Na 1932 kreeg de krach van Wallstreet te New York echter óók vat op Nederland en moest ook de grote lampenfabriek duchtig inkrimpen. Massale ontslagen waren het gevolg in heel Eindhoven. Daarmee werden de passagiersfaciliteiten bij de ruimte die inmiddels "Lodewijk Napoleon-plein" was gaan heten overbodig. Deze werden weggeruimd, al heeft inderdaad de lijn passagiers vervoerd, zij het via een ander traject dan in 1866 voorzien, tot 1959. Daarna is de lijn blijven functioneren als goederentransport-mogelijkheid tot 1973. In 1986 werd de lijn opgebroken. Zie het boekje: "Een Kempische spoorbaan in de Groote Oorlog, Het Eindhovens Bels Lijntje", uitgever Wolf Legal Publishers: Nijmegen/Tilburg, 2014, ISBN 978-90-5850-167-9.