EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation
Google Maps

Uw selectie...

Fotonr.:

25198

Bijdrager:

Jaar:

1975

Stadsdeel:

Gestel

Buurt:

723 Rapelenburg

Straat:

Scheidingstraat

Onderwerp 1.:

Woonpanden en boerderijen

Onderwerp 2.:

Woonhuizen-Gestel

Onderwerp 3.:

Scheidingstraat

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image




  • facebook
  • twitter
  • img
Karel I

Beschrijving

Scheidingstraat 96 en 98.


Geplaatst op

29-08-2010

Email bijdrager

img

Reacties:

Datum: 29-08-2010
Naam: Ger van der Palen  
img

Zie ook foto nr. 21128


Datum: 29-08-2010
Naam: Ger van der Palen  
img

Hier is goed te zien dat mijn pa (ik woonde hier van 1952 tot 1966) de schoorsteen had vernieuwd. Tjonge, wat vond ik dat een prestatie, zo boven op die nok balanceren met stenen en specie. Soms bliek ik stiekem even binnen en dan zie ik ook nog de door hem gemetselde schouw.


Datum: 29-11-2010
Naam: Bert van der Palen  
img

Mooi he,die reclame van Karel I, leverde toch nog mooi 750,00 gld per jaar op :-)


Datum: 23-05-2013
Naam: Gerard Strijards  
img

Hier woonde Adjudant van Gemeentepolitie Bertus van der Palen, voorzitter en later ere-voorzitter van de Roomsch Katholieke Bijenhoudersvereniging "Sint Ambrosius" en schrijver van de standaardrichtlijn "De Aalster Bedrijfsmethode" waarin -- ondermeer -- in tekeningen de dans wordt beschreven die de werksters-bijen onderling uitvoeren als de korf -- en dus het bijenvolk -- op zwermen staat. Hij was, toen ik hem leerde kennen via mijn vader, die wilde leren imkeren, Adjudant. Dat was toen de hoogste onderofficiersrang bij de Gemeentepolitie, maar deze organisatie bestaat in het Landelijk georganiseerde Politiebestel niet meer. De heer Van der Palen troonde aan de hulppolitiepost in Woensel bij de Marconilaan. Een geweldig indrukwekkend uniform, met schouderpassanten die aangaven dat met de inzittende niet te spotten viel. In de tuin had hij zijn volken staan en in de keuken werd honing geslingerd, waarbij ik soms assisteerde als mijn vader het weer eens liet afweten. Mijn vader beoefende namelijk heel veel hobbies, maar geen enkele goed en ter dege. En dat kon je van de Adjudant niet zeggen. Die ging er voor. Het zieleleven van bij en dar kende voor hem geen geheimen meer. Op Zijn Huis aan de Scheidingstraat stond dan ook een Gouden Kroon. En de Adjudant bleek Karel te heten. Dat vond ik passend, billijk en rechtvaardig, om de beginwoorden van de plechtige Paasprefatie uit de tijd dat de Adjudant de politiële scepter zwaaide te citeren. Ik was toen acht of tien, en als ik op mijn fietsje aan de overkant van de rondweg, op weg naar huis te Strijp, voorbij kwam jakkeren, prevelde ik deze rituele woorden. Het verbijsterde mij dat Karel ook luisterde naar de naam Bertus of zelfs Bert, dat was schokkende heiligschennis. Wat er was maar één Karel I. En die werkte bij de Politie. Iets anders kon de kinderziel niet aan. Zo ongeveer als toen het voorlijke buurjongetje Harrie Wijnhoven mij onverdroten meedeelde dat Sinterklaas gewoon mijnheer Peels was. Het moest niet mogen. Kinderen hebben behoefte aan autoriteit. Dat was aan de Adjudant wèl besteed.