Reacties
Naam: Vic van Lijf
Aha-Erlebnis. Ik dacht dat alle huisnummmers vanaf de stad telden, maar Hemelrijken is dan de uitzondering. Bakker Van Haandel heeft kennelijk de bakkerij van opa De Bont overgenomen nadat hij een beroerte (voor 1926) had gehad. De huisnummers 151 en 153 waren beiden bewoond door het echtpaar H.M.J. de Bont-Mandigers en hun kinderen, volgens de bewuste adresboeken.
Naam: Tini van Rooij
Vic, de huisnummers zijn blijven bestaan na Groot Eindhoven en tellen dus vanaf het centrum van Woensel. Wat je op deze foto opvalt is de feestverlichting. Ook dit stuk van het Hemelrijken had een Oranjevereniging en was opgenomen in de eerste Lichtjesroute. Toen deze werd opgeheven (wanneer was dat?) vonden de leden van deze vereniging het zonde om zo maar uit elkaar te gaan en toen richtten ze de Carnavalsclub De Harlekino's op. Deze vereniging resideerde aanvankelijk in La Supita op de hoek van de Houtstraat en het Hemelrijken, staat ook op deze foto. De vereniging bestaat nog steeds en viert carnaval in Moby Dick, het restaurant bij het Ir Ottenbad.
Naam: Wil van Hout
De eerste jaren na de oorlog had elke buurt een vereniging die voor uitbundige verlichting zorgde. In iedere buurt was wel iemand die verstand had van elektro. Het heeft nog jaren geduurd eer het een lichtjesroute werd. Elk jaar haakten er wel een paar af. Meestal ten gevolge van bestuursheibel. Het was niet anders dan nu. De nieuwe voorzitter heeft zo zijn eigen vrienden en het clubje valt uiteen.
Naam: Antoon de Lepper
Het vierkante pand rechts op de hoek is bakkerij Van Haandel, met de uitgeklapte luifel is de bakkerswinkel, daarvoor was de woonkamer (luifel ingetrokken). In een van de twee huizen voor Van Haandel, die een meter of twee terugstonden, woonde de aardappelhandelaar Roubos. Zie ook foto 7634.
Naam: Antoon de Lepper
Volgens mij is één van de zoons van Van Haandel naar Valkenswaard gegaan, hij heeft of had daar een winkel. Een andere zoon had inderdaad een chocolaterie op industrieterrein 'de Hurk' (nu zit er Nico Zwarthoed in met o.a. vis-salades). Andere zoon zat bij Ford / OBAM.
Naam: Marjo Spierings
Ik heb één maand in 1962 (ik dacht in december) bij Van Haandel gewerkt. Tussen de middag at mijnheer Van Haandel dikwijls hersenen, wat een stank en de gedachte alleen al. Ik was er doodongelukkig en mocht gelukkig ná die maand thuisblijven. Ik was er totáál niet geschikt voor.
Naam: Michel Grijseels
In het eerste huis rechts woonde een loodgieter en in het volgende huis woonde van 1966 tot de afbraak de familie Grijseels. De stenen op de gevel lagen los, echt gevaarlijk voor de voetgangers die langsliepen. Het café rechts op de hoek was La Supita en dit is een paar jaar voor de afbraak afgebrand.
Naam: Marianne van Hasselt
Bakkerij Van Haandel, puddingbroodje 12 cent. Dat werd me afgenomen door een zuster op mulo. Ik weet niet meer wie. Na school mocht ik het komen ophalen. Mooi niet. Volgende dag: waarom niet opgehaald. Mijn antwoord: is het dan niet naar de missie. Twee dagen geschorst. Die goede oude tijd. 1964....
Naam: Marianne van Hasselt-Hurkmans
Die naam zegt me niets, Lieke. Ik weet wel dat ze een lelijke val heeft gemaakt toen de luiken voor de kolen, voor de ingang aan de Hemelrijken, open waren blijven staan. Mijn vriendje die op de kweekschool zat heeft dat gezien. Zij joeg altijd die jongens weg. Dat waren vrienden en verliefden op de meisjes van de school.
Naam: Bruno Donders
Nog een foto die ik dacht nooit te zien. Vooraan links staan de huizen van Duvigneau die een "stille" (rechercheur) was bij de politie. Zijn echtgenote is tijdens de oorlog gedeporteerd (verzet). Het was een flinke dame, maar bij haar terugkeer uit Duitsland bleek zij sterk vermagerd. Gelukkig ging het snel beter met haar. Het tweede huis was dat van Van Etten, de man was door jicht helemaal kromgegroeid. Ik herinner me nog de naam van een zoon, Wim, en dochter, Nelly. Daarnaast was een open plek waar we gingen voetballen en de schuur van Heller, aardappelhandelaar uit de Houtstraat. Rechts woonde inderdaad Roubos die zijn paardenstallen had in de Houtstraat naast de garage van Bogers. Verder woonde daar Josine Bo(o)gers, "geen familie van". Een anekdote: een zoon van deze laatste was bevriend met mijn oudste broer en toen de vader in 1940 gemobiliseerd was vroeg hij aan zijn vriend wat hij moest gaan doen. Antwoord: "De grens vashoue, anders valt ze um" (sorry voor mijn slecht Woensels-Brabants). Verder was er een brocantenwinkel waar we dikwijls gingen kijken naar o.a. sabels en degens in de etalage.
Naam: Natasha Gerson
Een aanvulling op de bijdrage over mevr. Duvigneau. Dat zij mager terugkwam uit haar internering uit Duitsland is niet zo vreemd. In het register van Dachau vinden we Maria F. Duvigneau, geboren Bergeijk in 1901. Zij kwam in september 1943 in Dachau aan uit kamp Ravensbrück, daarna werd zij nog eenmaal overgebracht naar München, waar zij bevrijd werd. Zij bracht dus twee jaar door in minstens drie concentratiekampen.
Naam: Winnie Claassen-Spelbrink
Van bakker Van Haandel kocht mijn moeder soms, wanneer we uit de stad kwamen, puddingbroodjes van zes cent p.st., dit was eind 1940. Toen ik in de vijftiger jaren op de mulo in de Houtstraat zat kostte een puddingbroodje bij hen 10 cent. Dat was voor ons nog een hele uitgave, dus kwam het niet veel voor, dat we ons zelf verwenden.
Naam: Lieke Slegers-Roijers
Marianne, ik kom een beetje laat met mijn reactie, maar is de non die je bedoelt misschien Zr. Bernadette? Zij was mank en werd "manke Betje" genoemd. Ze is te zien op foto 4409.
Naam: Will van Oers
De familie Duvigneau had het huisnummer 150 op het Hemelrijken. Mevrouw Duvigneau had als achternaam Sweevels. Op 14 oktober 1945 hadden zij zilveren bruiloft maar de feestelijkheden werden uitgesteld daar mevrouw nog niet was teruggekeerd uit het kamp. (Mededeling in het Eindhovens Dagblad dd 9 okt. 1945). Ze hadden een zoon, Theo, deze zat bij ondergetekende op school in de klas. Helaas is hij vroegtijdig overleden in 1987, 52 jaar oud.
Naam: N. Gerson
Dat heeft u zich goed herinnerd. In de nazomer van 1945 waren de meeste bevrijden uit de kampen gerepatrieerd. Echter in het kamp München was vlak voor de bevrijding een dermate ernstige uitbraak van open tbc dat deze geen laissez passer kregen om in de trein plaats te nemen. Voor hen werd in DP kamp Lanzberg vervolgens een quarantaineinrichting gemaakt. De Nederlandse repatriëring van overgeblevenen zakte na september 1945, schandelijkerwijs, geheel ineen en werd overgelaten aan een handvol organisaties. De zeven overigens onbesmette ingezetenen van Lanzberg, waaronder dus mevrouw Duvigneau, retourneerden pas op 4 december 1945 naar Nederland. De familie en deze mevrouw moeten het onder deze omstandigheden ongelofelijk zwaar gehad hebben. Na jaren van verschrikkelijke ontberingen (in Ravensbrück deden de vrouwen zware dwangarbeid voor o.a. Siemens, zoals het slopen van accu's waarbij velen brandwonden opliepen) nog zo lang verstoken te blijven van terugkeer...
Naam: N. Gerson
Nog even over het echtpaar Duvigneau. Het echtpaar verschafte behalve tussenopvang aan geallieerden tevens onderduik aan joden. Hoewel Willem Duvigneau na hun arrestatie in augustus 1943 kon ontvluchten van zijn eigen hoofdbureau van politie van Eindhoven, was zijn vrouw al met andere vrouwen overgebracht naar kasteel Haaren en vervolgens naar kamp Vught, waar zij dus als een van de zogenaamde 'Nacht und Nebel'-gevangenen naar Duitsland werd gedeporteerd. Andere bekende 'Nacht und Nebel'-gevangenen waren o.a. Floris Bakels en Bib van Lanschot. De mannelijke gevangenen gingen via Dachau naar o.a. 'doodswerkkamp' Natzweiler-Struthof, de vrouwen naar Ravensbrück. De term 'Nacht und Nebel' gaf aan dat het de bedoeling was dat deze politieke gevangenen in het niets zouden verdwijnen. Ze werden niet vermoord maar dienden aan 'natuurlijke' doodsoorzaken (een combinatie van verhongering en extreme dwangarbeid') aan hun eind te komen.
Naam: Hans Suijs
De naam Maria F. Duvigneau komt voor op de lijst van 193 gevangenen die op 15 oktober aankwamen uit Ravensbrück in het AGFA-werkkamp in München-Giesing, een subkamp van Dachau. Ze had kampnummer 123 281. Ze kwam dus niet in september. Wanneer ze van het AGFA-commando naar het hoofdkamp is teruggeplaatst, is niet bekend. Ook niet of zij daar is geweest. Haar kampgenoten hebben na een dodenmars ingekwartierd gezeten in Förenwald en zijn via Zwitserland en Frankrijk teruggekomen (21 mei in Oudenbosch).
Mocht iemand aanvullingen hebben, dan zou ik een bericht op prijs stellen.