Bijdrager Regionaal Historisch Centrum Eindhoven - RHCe
Jaar: 1944
Locatie 1.:Stratum |216 Bloemenplein |Biesterweg
Onderwerp.: Wereldoorlog I en II |Bombardementen / Catastrofen |1944 - 19 september
Onderwerp 2: Wereldoorlog I en II |Schuilkelders
Reacties
Naam: Wil van Hout
Daar mocht bij atoombomalarm alleen het groot in. De zogenaamde staf, hoofd brandweer en de burgervader. De generaal van de B.B. voor de broodnodige coöordinatie. Wij, gewone stervelingen, moesten ons op de markt in het centrum melden en konden daar ondergronds (lachertje). Die schuilkelder is er nog steeds bij mijn weten. De ingang is vooraan zowat bij de bank.
Dezelfde als door jou afgebeeld, is met de bevrijding in de buurt van de Leostraat een aantal mensen noodlottig geworden toen er een bom op viel. Hij was ook alleen maar bedoeld tegen scherven van bommen.
Naam: Wil van Hout
Maar op RHCe 64311 (= foto 2338) heeft hij voor bescherming gezorgd.
Naam: Diny Nagel Grave
Wij woonden in de Kreugelstraat, tegen de Philpsfabrieken aan. Als het luchtalarm ging, renden mijn ouders met mij ook naar de schuilkelders. Die lagen tussen de Kreugelstraat en de Beukenlaan. Ik was nog erg jong, maar ik heb er toch nog herinneringen aan. Het schudden van de grond als er een bom viel en het gieren van de vliegtuigen. Maar het engste vond ik het luide bidden van de mensen. Eigenlijk is het een wonder dat er nooit een bom op die schuilkelders is gevallen.
Naam: Jan Pero
De schuilkelder aan de Biesterweg werd door een verdwaalde bom geraakt tijdens het Duitse bombardement op 19 september 1944 (daags na de bevrijding). Doelen waren brandstof- en munitievoertuigen die op de 'pleintjes' op de Leostraat gestationeerd waren. Op deze groenstrook werden ook reparaties uitgevoerd aan diverse voertuigen.
Op de begraafplaats Sint Jorislaan bevindt zich een herdenkingsmonument met daarop de namen van de slachtoffers.
De bunker aan de Engelse Tuin bestaat nog steeds. Ze maakt nu deel uit van het opleidingscentrum van de regionale brandweer. Er zijn diverse instructielokalen in ondergebracht.
Naam: Fanny Bovers
Aan de Biesterweg was geen echte schuilkelder. De mensen hadden een kuil gegraven en niet erg goed gestut. Door de inslag van de bom vlakbij is al het zand de kuil in gegaan. En de meeste mensen zijn door verstikking om het leven gekomen. Mijn moeder woonde aan de Leenderweg met mijn oma. Die durfde het huis niet meer uit en ze zijn in de kelder onder het huis gaan zitten. De inslag was zo hevig dat de muren scheurden en veel servies wat er nog was sneuvelde. En ons moeder vertelde het verhaal van een erg lange vader, die boven het zand uitkwam en zijn twee zoontjes dood aan zijn handen had.
Naam: Petri van Gelder
Die vader was mijnheer Heesterbeek, hij woonde Biesterweg 46 en behoorde eigenlijk niet in die loopgraaf te zitten, want die was gegraven door de overburen en ook bedoeld voor hen. De loopgraaf was nog in aanleg en het uitgegraven zand had men nog niet weggekruid. Het lag nog allemaal naast de rand en is door de luchtdruk weer teruggeworpen in de loopgraaf. Wij woonden op Biesterweg 52, ik was een meisje van 12 jaar.
Naam: Wil van Hout
Ik heb mij afgevraagd wat de schragen daar eigenlijk doen? Daarom heb ik het idee dat de foto genomen is bij de bouw van de schuilkelder. Ook in ogenschouw genomen dat er een speciekuip aanwezig is. Na het bombardement zijn bij mijn weten geen schuilkelders meer gebouwd of herbouwd.
Naam: Petri van Gelder
Ook stonden er aan de Biesterweg geen vrijstaande huizen van dit soort architectuur, wel het huis van de melkboer Kersten, maar dat was een oud huis met een mansardekap. Daarnaast stond wel een moderner vrijstaand huis (familie Horsten met 1 zoon), grenzend aan een zandpad naar de Aalsterweg en waarvan de achtertuin grensde aan het grote pand van Philip v.d. Boogaard (de elektronicazaak) aan de Aalsterweg. Het is mij een raadsel waar dit huis stond, in ieder geval niet aan de Biesterweg.
Naam: Fanny van Ree Bovers
Ik denk dat dit het huis op de hoek Biesterweg/Biesterdwarsweg is. Hier woonde de fam. Sanders met een tegelzettersbedrijf. De schuilkelder was waar nu de Magnoliastraat is. Op deze hoek heeft lang met de bevrijdingsfeesten een kruis gestaan ter herdenking van de slachtoffers. Later heeft Frans Linders van de dierenzaak op de Leenderweg op dit open stuk Biesterweg een huis laten bouwen. En het veld waar Petri over spreekt heeft er nog lang gelegen, achter de Biesterweg en achter de Leenderweg. Daar is nu de parkeerplaats van Hotel Piere en de AH.
Naam: Petri van Gelder
Nee Fanny, op de hoek Biesterweg-Biesterdwarsweg woonden de heer en mevrouw Bakers met hun dochter. Mevr. Elly was kapster en had haar salon in de voorkamer. Hun buurman was Sanders de tegelzetter. Daarnaast woonde de familie Berben en daarnaast weer Kersten de melkhandel.
Naam: Petri van Gelder
Het veld grensde in het oosten aan de Versantvoortstraat, in het zuiden aan de Anemonestraat en het noordoosten aan de Leenderweg. De Magnoliastraat en de Ericastraat bestonden in de oorlog niet eens, althans niet het stuk Ericastraat dat nu de verbinding vormt met Versantvoortstraat en Biesterweg. En de loopgraaf lag tussen wat nu Magnoliastraat is en Biesterweg.
Naam: Fanny van Ree Bovers
Petri, ik schreef ook dat de schuilkelder was waar NU de Magnoliastraat is. En het veld liep van vooraan de Biesterweg tot de Versantvoortstraat. Je kon vroeger zo van onze achtertuin door het pad de Biesterweg oversteken en over het veld bij Sanders komen die op de hoek Leenderweg-Versantvoortstraat aan het bouwen waren.
Naam: Petri van Gelder
Uit mijn vaders herinneringen: Na het bombardement ben ik 's avonds nog naar het veld gegaan waar men bezig was de lichamen uit de greppel te halen. Men had deze naast de greppel gelegd...allen waren gestikt...de vrouwen lagen er met hun haren stijl omhoog van de schrik...het was een aanblik die ik mijn leven lang niet zal vergeten. Wat was ik blij dat ik met mijn gezin thuisgebleven was en toevlucht had gezocht in de kelder.
Naam: Camillo van Vorstenbosch
Ik was 8 jaar toen het bombardement plaatsvond. Wij woonden op nr 23. Wij hebben op de trap in het huis geschuild. Het was een strategisch zeer goed bombardement. Het doel was de doorvoer van het bevrijdingsleger, dat via de Aalsterweg binnen kwam, te blokkeren en te vertragen. De schuilkelder was een loopgraaf met een dijkje ervoor, waar de bom in sloeg. Ons huis vloog met de buurhuizen in brand. Dat kwam omdat er net een brandstoftransport langskwam en de jerrycans met benzine door de lucht vlogen. Er waren geen brandbommen zover ik weet. Ik dacht dat er 70 slachtoffers waren. Achter onze huizen was een heel groot open veld. Je kon tot aan de Bloemenbuurt kijken. Er waren daar ook enkel volkstuintjes. Net achter de loopgraaf had de familie Aarts, onze rechterburen, een eigen schuilkelder gemaakt. Ze hebben het allemaal overleefd, maar de heer Aarts moest wel het hele dak dragen, omdat de boel was ingestort. Het engste voor mij was het geluid van de dakpannen, die als een waterval naar beneden vielen. Het was een onbeschrijfelijke troep, met de rook en de brandende daken. Er kwam nog een varken onze keuken binnen. Wij konden moeilijk weg omdat de deuren volledig ontzet waren. Binnen lag het puin meer dan kniehoog. Uiteindelijk zijn wij naar de overkant gevlucht naar een kapsalon.
Naam: Albert Bockholts
Het bouwsel op de rechterhelft van deze foto is wel degelijk een schuilkelder, zoals ze toen genoemd werden. Ik kan mij deze, als 11-jarige jongen, aan de Biesterdwarsweg nog goed herinneren.
Naam: Henny de Vries
Albert, het kan wel een schuilkelder zijn, maar pertinent niet die van de Biesterweg. De Biesterdwarsweg was toentertijd nog een zandweg en had geen naam. Vanaf de Aalsterweg af was links de bakkerszaak van Braat, daarachter de bakkerij, dan een kleine zandvlakte en dan het eerste huis in de Biesterweg. Aan de rechterkant was een lange muur van een woonhuis op de Aalsterweg. Dan een gangetje en dan de tuin van kapsalon Bakers (Biesterweg). Dit was alles op de latere Biesterdwarsweg. En de schuilkelder was echt achter de oneven nummers op de Biesterweg, best ver van de huidige Biesterdwarsweg.
Naam: Ellie Wijman-Loots
In 1945 zijn wij (mijn ouders en ik) op de Biesterdwarsweg boven de bakkerij komen wonen. Woonruimte was daar vrijgekomen door het bombardement en de daar gevallen slachtoffers. Daar zijn ook mijn twee zussen geboren. Hierna zijn we verhuisd naar de Diepenbrockstraat in Gestel. Ik weet wel dat mijn moeder, in dat huis, veel schrik heeft gekregen van ratten, muizen en katten die (zoals overal waar meel ligt) rondliepen.
Naam: Wilma Mol
Mijn schoonmoeder, meisjesnaam Luce Kronenburg, woonde op Biesterweg 21 met haar ouders, een broer en vijf zussen. Tijdens het bombardement zat zij met haar moeder en twee zusjes, Doortje van 11 en Annie van 15, in de loopgraaf. Zij hebben al het zand over zich heen gekregen. Haar moeder en zusjes hebben dit niet overleefd maar Luce wel. Die is nog op tijd uitgegraven. We weten niet door wie. Dit was zo traumatisch dat ze pas enkele jaren geleden erover begon te praten tegen haar zoon en mij. Ze is 13 juli dit jaar overleden op 90-jarige leeftijd. Na wat op internet gezocht te hebben kwam ik op deze site en vraag me af of iemand nog de familie Kronenburg gekend heeft. Ik hoor het graag.
Naam: Wilco Gieling
Voor een publicatie ben ik nog op zoek naar personen die mij meer kunnen vertellen over het bombardement op de 'schuilkelder' aan de Biesterweg. Door middel van verhalen en/of foto's. Of die mij meer kunnen vertellen over de familie Van Beek, waaronder Annie van Beek, die ook zijn omgekomen bij het bombardement op de 'schuilkelder'.
Naam: Ida wagemakers- schriks
In de buurt van de Marconilaan was ook ergens een schuilkelder, waar velen vanuit de Edisonstraat en het Fultonhofke indoken. Dat heb ik begrepen van mijn moeder. Ik was net een paar weken oud/jong. Met mijn oudere broers en zusjes zijn we daar geweest, en later bleek dat er ook wat slachtoffers zijn gevallen, en huizen vernield. Wie kan me daar meer over vertellen?
Naam: Rini Robben
Ik wil aanvullen op de verhalen over het trieste gebeuren van de voltreffer op de schuilkelder op de Biesterweg tijdens het bombardement in september 1944. In zijn laatste levensjaren leed mijn vader aan dementie, hierdoor begon hij over de oorlog te vertellen. Doordat hij hierover begon te vertellen kon ik hem na jaren zwijgen voorzichtig vragen stellen, want in het verleden is er door mijn oma en opa nooit over de oorlog gesproken. Hoewel ik als manneke vaak gevraagd heb wie die meisjes op de foto waren die in de kamer hing. Op latere leeftijd kwam ik er achter, van mijn moeder, dat het de zusjes van mijn vader waren, die in de oorlog op 19 september 1944 omgekomen waren. Mijn vader was Toon Robben, geboren 1934 en in 1944 bijna tien jaar oud. Van hem weet ik dat zij in de Tulpstraat woonden, mijn opa was in Duitsland tewerkgesteld en niet bij zijn gezin tijdens de bevrijding in september 1944. Mijn vader vertelde dat het die dag erg druk was met doorgaand militair verkeer op de Aalsterweg en tegen de avond voertuigen in de straten tot stilstand kwamen voor de komende nacht. Ik heb begrepen dat er is gewaarschuwd voor de luchtaanval, en dat ze naar de schuilkelder/loopgraaf zijn gegaan. Mijn vader vertelde dat het meer een loopgraaf was en dat de mensen dicht op elkaar zaten. Mijn oma was iets vergeten en liep nog even snel terug naar het huis, en was niet in de loopgraaf. Het bombardement was al begonnen en mijn vader vertelde dat het enorm te keer ging. Dat hij naar de aankomende vliegtuigen keek en dat er een recht op hen af kwam, dat de bommenluiken open gingen en hij de bom naar beneden zag vallen, ook dat hij de piloot kon zien, zo laag vloog hij. De klap was enorm en de loopgraaf schoof dicht met zand. Hij vertelde dat zijn moeder het heeft zien gebeuren, maar door de klap weggeworpen werd, maar bij kennis bleef en dat zij snel reageerde. Zij en verschillende medestanders hebben met hun handen nog mensen kunnen uitgraven, waaronder mijn vader. Hij kwam bij in de Marechausseekazerne in de buurt, ingericht als een militair hospitaal van de Engelsen. Ernstig gewond, doordat zijn longen vol zand zaten, vertelde hij. Vermoedelijk is hij weggevoerd zonder dat mijn oma het wist, want pas na een enkele dagen had ze hem gevonden. Helaas hebben zijn zusjes het niet overleefd, Anneke Robben 11 jaar en Marietje Robben 6 jaar. Mijn vader vertelde dat mijn oma geen nagels of huid meer op haar vingers en handen had, en dat zijn zusjes al begraven waren, en geen huis meer hadden. Mijn opa kwam begin 1945 pas weer na vele omzwervingen weer thuis. Beste redactie, ik hoop dat dit verhaal een aanvulling is in uw archief. Mijn vader is in 2019 overleden, maar de verhalen die hij verteld heeft zullen mij altijd bijblijven. Vriendelijke groeten, Rini Robben.