Bijdrager J.C. Jegerings
Jaar: 1955
Locatie 1.:Gestel |711 Schrijversbuurt |Spoorstraat
Onderwerp.: Bedrijven / Industrie |Tabaksindustrie |F Louwers
Sigarenfabriek F. Louwers.
Beschrijving | In 1922 krijgt F. Louwers de bouwvergunning voor een sigarenfabriek op Spoorstraat 39. In de tabaksalmanak van 1922 staat de vermelding Spoorstraat 39, in 1928 is het bedrijfsadres Hoogstraat 217 en in 1932 is er geen vermelding meer. De KvK heeft een drietal bedrijven op Spoorstraat 39: Paans & van Wezel, Triplexfabr. De Eik Paans & van Wezel, Triplexfabriek De Eik P.L. Paans. Volgens Jan Jegerings op pagina 179 van zijn boek over Gestel, waar deze afbeelding vandaan komt, heeft er in en na de oorlog ijscofabriek "Miko" in gezeten. Vraag aan de stroaters: was MICO van Woenselsestraat 424 hetzelfde bedrijf? Hans van Melis |
---|---|
Geplaatst op | 27-05-2007 |
Reacties
Naam: Peter Vermeulen
In het telefoonboek van 1950 staat ijsfabriek MICO van P. en J. Oomens op Spoorstraat 39a. De Kneppelhoutstraat bestond toen nog niet.
Naam: Ger van der Palen
Dit is wel degelijk de Miko-ijsfabriek. Ik heb er vele malen de grote blokken ijs met wafels gekocht. Het klopt dat er in de Kneppelhoutstraat ook een ijsmaker was. We liepen dan door de gangetjes achter de huizen van de Brederolaan en kwamen dan uit bij een huis, waar we achterom konden om schepijs te kopen. Soms was het ijs nog niet klaar en mochten we kijken naar de laatste handelingen. Als we echt te vroeg waren, moesten we helaas zonder ijs huiswaarts.
Naam: Ger van der Palen
Ad, de Kneppelhoutstraat lag er in mijn jeugd al en was de verbinding van de Spoorstraat met de Brederolaan. Als we vanuit de Scheidingstraat het Bels Lijntje overstaken kwamen we via de Spoorstraat eerst bij de Miko en daarachter lag de Brederolaan, met als 1e weg links de Kneppelhoutstraat. Wij liepen dan dus voorbij de Miko achter de huizen van de Brederolaan langs naar de Kneppelhoutstraat, die we niet helemaal hoefden te bereiken om bij die ijsmaker te komen. Ik neem aan dat zijn woonhuis dus aan de Kneppelhoutstraat stond. Poeh, poeh, een heel verhaal, maar misschien is het zo wel duidelijker.
Naam: Leo Valk
Inderdaad, de bekende Miko ijsfabriek. Eind jaren vijftig, begin zestig speelden ikzelf, Gerard en Wim van Alem uit de Kneppelhoutstraat, Henk Franken en Jos Snijders uit de Spoorstraat, en Lex Feltz, die met zijn moeder achter café Zanzibar woonde, daar als kinderen altijd cowboy en indiaantje.
De eigenaar van dat ijsfabriekje, de heer Oomens had een Citroën ID19, later meer bekend als type DS (de snoek), en die auto is bij mijn vader's autospuit-, las- en uitdeukinrichting aan de Hallenweg 13, destijds enige malen hersteld.
De ijsfabriek aan de Kneppelhoutstraat was van Ivano Toffolo, die echter voornamelijk terrazzowerk deed. Het ijs maken leek toch meer een hobby, niet zo gek met een Italiaanse achtergrond. Het ijs dat hij en zijn moeder Margaretha maakten, was van bijzondere kwaliteit en een verfijnde romige smaak. De prijs voor zo'n fantastisch, meestal vers gemaakt horentje ijs was 10 cent, belachelijk goedkoop dus. Als je als kind daar aan de poort kwam om een ijsje, dan gaf moeder Margaretha je zelfs een ijsje als je maar een stuiver had i.p.v. een dubbeltje. Ik herinner me nog, dat als Ivano dat ontdekte, hij behoorlijk boos werd op zijn moeder. Maar ze diende hem stevig van repliek en het weerhield er haar toch niet van de kleintjes van een ijsje te voorzien als ze te weinig geld hadden. Gek als ze was op kinderen. Vele, vele jaren later zag ik haar nog regelmatig door de Hallenweg komen met boodschappen op haar fiets, terwijl ze er zelf altijd naast liep. Blijkbaar was haar zelfvertrouwen op hoge leeftijd wat minder geworden en gaf ze er de voorkeur aan naast de fiets te lopen.
Naam: Paul Landman
De Mico-fabriek stond in de Spoorstraat ter hoogte van Brederolaan 120. De bebouwing van de Spoorstraat liep vroeger verder door dan nu. Waar de Mico-fabriek stond, hield de bebouwing op. Daar was een groot veld waar wij vroeger voetbalden. Daarna stonden er dan weer een paar huizen langs het spoor. Op zolder van de Mico-fabriek heeft ook ooit isolatiemateriaal in brand gestaan. De vlammen sloegen het dak uit. Volgens mij werd er geen ijs gemaakt. Er reden volgens mij bakfietsen rond waar je ijs kon kopen. Daarna reden er Jawa-motorfietsen rond waar je Cjamin ijs kon kopen, dubbeldik en goedkoop. De motoren stonden 's nachts in de fabriek. Onder in de fabriek werd het ijs opgeslagen in de diepvries. Als de fabriek bevoorraad werd, mochten wij mee lossen. Je handen vroren dan vast aan de ijzeren manden waar het ijs in zat.
Naam: Paul van der Cingel
Was die F. Louwers familie van Jan Louwers? Die kwam ook uit Gestel en ik heb hem een paar keer van de lange staven waterijs zien bezorgen. Dat ijs werd gebruikt voor koeling, bij cafés en slagerijen. Koelkasten waren nog zeldzaam. Hij reed in een grijs bestelautootje om zijn ijsstaven af te leveren.
Naam: Ton Burghouts
Mijn opa, slager Anton Burghouts te Gestel, heeft mij ook ooit verteld dat in elk geval voor de 2e wereldoorlog de koelcel van zijn zaak met grote staven ijs werd gekoeld - en die moesten natuurlijk regelmatig worden vervangen.
Toen mijn vader slager was, hadden wij op het platte dak van onze garage twee koelmotoren staan, en die werden regelmatig gecontroleerd als er storm of onweer was geweest.
Naam: Paul van der Cingel
Dan had hij zeker zo'n betegelde koelcel die afgesloten werd met een dikke, bruine houten deur met verchroomde scharnieren en een hefboom om hem te openen en sluiten. Keek als kind altijd even naar binnen als de slager er een stuk vlees uithaalde, vond het een beetje eng vooral als je nog goed kon zien dat het een levend beest was geweest, Ik herinner me ook nog goed hoe halve koeien en varkens werden afgeleverd, open en bloot over straat door mannen in een met bloed bevlekte cape over hun hoofd en rug. Eens in de zoveel tijd kwam er ook nog een stinkende open vrachtwagen langs om de beenderen op te halen, daar werd lijm van gemaakt.
Naam: Ton Burghouts
Ik denk dat in de slagerij op Hoogstraat 247 de koelcel betegeld was, maar ik was toen nog niet in de planning en kan het niet meer aan mensen uit die tijd vragen.
In de slagerij Hoogstraat 180 waren er twee deuren in de betegelde koelcel. Eén geïsoleerde deur vanuit het winkelgedeelte, maar die werd met een soort klink afgesloten. En één geïsoleerde deur met inderdaad een soort hendel, zowel aan de binnenkant (men moest de koelcel kunnen verlaten als alle deuren dicht waren) als aan de buitenkant, die uitkwam in de werkruimte. De maximumtemperatuur in de koelcel mocht slechts 2 graden bedragen.
En inderdaad gingen mijn opa en vader bij "hun leverancier" slachthuis V.d. Nieuwenhuizen delen van beesten halen die dan in de werkruimte verder werden "uitgebeend", d.w.z. uiteengehaald met vlijmscherpe messen zodat men van een bepaald gedeelte koteletten of biefstuk kon halen.
Naam: Ton Burghouts
Overigens had de slagerij op nr. Hoogstraat 180 niet alleen een koelcel, maar ook een gekoelde toonbank; in de toonbank lagen op glanzende schalen de producten die zo voor de verkoop klaar lagen. Maar onder de toonbank was over het gehele oppervlak daarvan ook een gekoelde ruimte. Bij het schoonmaken van die ruimte zaten we op op de knieën met het hoofd in de koelruimte; letterlijk het hoofd koelhoudend.