Bijdrager Jan Spoorenberg
Locatie 1.:Centrum |111 Binnenstad |Stratumsedijk
Onderwerp.: Zwembaden / Sauna's |Sportfondsenbad
Sportfondsenbad
Beschrijving | Het in 1935 gebouwde Sportfondsenbad aan de Stratumsedijk. Het gebouw is ontworpen door architect Wolter Bakker, die ook een aantal andere Sportfondsenbaden ontworpen heeft. Vele kinderen uit Eindhoven en omgeving hebben hier de eerste zwemlessen gehad. De foto is uit de periode 1950-1960. In 1986, na de opening van het gerenoveerde (overdekte) bad "De Tongelreep" werd het zwembad gesloten. Het gebouw werd daarna gebruikt door het "Centrum voor de Kunsten" (CKE). In 2018 is het afgebroken. Een Sportfondsenbad is een zwembad waarvan de bouw door een aandelenfonds is gefinancierd. Het idee om zwembaden zo te financieren vindt zijn oorsprong in een conflict in de twintiger jaren van de twintigste eeuw tussen de Amsterdamse zwemclub "het Y" en de uitbater van het "Zuiderbad" over de tijden waarop het bad gebruikt kon worden voor waterpolowedstrijden. De club ging zelf spaarders werven en richtte de NV "De Sportfondsen" op, een spaarkas waar belangstellenden hun spaargeld konden parkeren in ruil voor een bescheiden renteuitkering, reductie op de entree en speciale zwemuren voor spaarders. Dit initiatief werd herhaald in vele steden in Nederland. |
---|---|
Geplaatst op | 02-04-2020 |
Reacties
Naam: Harrie Rulo
Ik heb goede herinneringen aan het Sportfondsenbad. Wij hadden daar ook elke week een keer schoolzwemmen en zwemles. Ik heb daar dan ook mijn zwemdiploma A gehaald. Daarna kreeg ik een vastrechtkaart van, schrik niet, 2 gulden 50. Wanneer ik dan ging zwemmen kostte dat een dubbeltje. Er werd ook altijd gecontroleerd of je zeep bij je had, want je moest eerst onder de douche. Ik herinner me nog de badmeesters Adje Gruythuizen en Jan Seijkens. De zus van Jan, Riek, was caissière in het bad. Ik herinner mij ook nog Pietje Ballegooien, de houder van de fietsenstalling. Ik spreek nu over meer dan zeventig jaar geleden.
Naam: Paul van der Cingel
Ik had ook een vastrechtkaart. Op een keer zag ik te laat dat de kaart net niet meer geldig was. Ik draaide kaart om en de caissière wilde me een toegangskaartje geven totdat de directeur, de heer Michels, tussenbeide kwam. Hij had me door en draaide de kaart weer om, zodat zichtbaar werd dat de kaart niet meer geldig was. Ik heb die dag niet gezwommen. Toen ik nog heel klein was, ging mijn oma met mij en mijn broer naar het zwembad om ons te begeleiden. Zij ging geheel in het zwart gekleed, zoals veel vrouwen van haar leeftijd. Zij ging mee in het pierenbad en hield daarbij haar jurk omhoog zodat die niet nat werd. Zij had nooit leren zwemmen en vond het belangrijk dat haar kleinkinderen het wel konden. Er werkte in die tijd een heel lange badmeester, ik weet zijn aam niet, maar toen ik jaren later zelfstandig naar het zwembad ging vergat hij niet te vragen hoe het met oma ging. Gelukkig leefde ze toen nog. Hij sprak zijn waardering voor haar uit en ik vond dat destijds zeer bijzonder.
Naam: Harrie Rulo
Ik herinner mij ook nog enkele namen van zwemmers uit die tijd die wij bewonderden. Jantje Mol hij deed aan schoonspringen, waar we met open mond naar stonden te kijken. Kees Kievit, de rugslagspecialist, was van 1948 t/m 1951 Nederlands kampioen 100 meter rugslag en op de EK zwemmen van 1950 won hij zilver. In 1948 deed hij mee aan de olympische spelen maar dat werd geen succes. Gert-Jan van Rooy, die een enorme borstcrawl kon laten zien. En de PSV zwemster Jose Rubens, die bij mij in de klas zat op de Krabbedam.
Naam: Paul van der Cingel
Die schoonspringer herinner ik mij ook nog. Hij trainde gewoon tijdens de gewone openingsuren van het zwembad. Het was een klein menneke. Hij dook alleen vanaf de hoge duikplank. Hij heette volgens mij overigens Van Mol. Een andere zwemmer die ik mij herinner was Nol Gruithuizen (hoop dat ik zijn naam goed schrijf). Hij speelde waterpolo en hij had een enorm hard schot; als je geraakt werd, deed dat behoorlijk zeer. Ook hij trainde niet apart, die luxe voor topsporters bestond nog niet. Gemengd zwemmen bestond toen ook nog niet, twee uur zwemmen voor de mannen en dan twee uur voor de vrouwen. Wie gemengd wilde zwemmen, moest naar het Zilverstrand in Mol (B). Boze tongen beweerden dat katholieke geestelijken dat ook deden, uiteraard uitsluitend om te zien of er ook parochianen bij waren.