EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation

Herinnering aan de oorlog.

 

Wij woonden vroeger op het Eindje op nummer 47. Ik ben daar geboren na mijn oudste broer onder de naam Wim Kuijpers. Ik woonde samen met mijn vader en moeder, mijn oudere broer en mijn jongere zus.

Ongeveer 40 meter verder woonde in een kruidenierswinkel mijn beste vriend Jo Latour.

Enige tijd vóór de oorlog werd de naam van onze straat gewijzigd in Lijmbeekstraat. Wij kwamen toen zonder te verhuizen te wonen op nummer 423. Bij Jo Latour kwamen ze te wonen op nummer 445.

 

Elke zondag gingen Jo en ik naar de Hoogmis van half 11 in de Antoniuskerk van de Fellenoord. Als de kerk uit was gingen we via de Binnenpad even naar mijn huis om ons gezicht te laten zien en daarna naar Jo thuis om dan samen koffie te gaan drinken op de Demer bij Automatiek Verheugen.

 

Zo ook gingen Jo en ik op zondag 6 december 1942 weer dezelfde weg. Bij het naar huis gaan liep aan de overkant van de straat toen Corrie de Zeeuw en ik vroeg haar of Sinterklaas haar goed bedacht had. Zij wierp toen een blik naar beneden en wees gelijk op haar schoenen en zei met een lachend gezicht: “Kijk, ik heb nieuwe schoenen gekregen” (gelukkig niet beseffend dat ze er één uur later niet meer zou zijn….).

Van mijn ouderlijk huis zijn we weer naar Jo thuis gegaan. Daar zaten zijn broers met veel lawaai te rikken. Het was zó spannend dat wij daar zijn blijven hangen. Eigenlijk maar heel goed, anders waren wij op de Demer geweest….

Plotseling hoorden wij een hevig luchtgevecht. Wij zijn toen met z’n allen de kelder in gevlucht, van waaruit we met ontzettend geweld en enorm kabaal bommen hoorden vallen.

 

Gelukkig dat wij thuis waren gebleven, want de Demer was bezaaid met brand- en brisantbommen, er waren ongeveer twintig of meer dodelijke slachtoffers. Ook de Fellenoord stond in brand en ook daar was een vijftal doden. Er tussenin op de spoorwegovergang stond een elektrische trein in brand.

 

Toen het na enige tijd weer rustig werd, ben ik snel naar huis gelopen om te kijken hoe het met mijn moeder en mijn zus zou zijn, want die waren die middag thuis.

Hevig geschrokken zag ik dat alle ruiten stuk waren en de voordeur onder veel puin in de gang lag. Struikelend en overal overheen stappend, zag ik dat ook alle deuren en ruiten van de keuken waren weggeslagen. De soeppan stond nog op het gasstel, vol met puin en glas en rommel van het plafond. Ik heb toen hard naar boven geroepen, maar kreeg geen enkel antwoord.

Pas nadat ik over de voordeur struikelend weer buiten stond zag ik tot mijn grote ontsteltenis, dat recht tegenover ons een hele rij huizen was plat gebombardeerd. Vallend en struikelend ben ik naar Jo Latour gerend, heb een fiets meegenomen en ben halsoverkop langs het spoor naar Tongelre gefietst. Daar had mijn vader dienst als 1e seinhuiswachter op het seinhuis aan de Fuutlaan. Toen ik hem een en ander had verteld zijn we samen zo snel als we konden naar huis gefietst. Vraag me niet hoe we daar kwamen, maar we fietsten overal binnendoor. Gelukkig troffen we daar mijn moeder en mijn zus aan.

 

Mijn moeder was, toen het luchtgevecht begon, met mijn zus naar het café gelopen van Ties Wulms en zijn daar met z’n allen onder het biljart gaan liggen. Toen alles weer rustig was zijn ze hevig bloedend naar de Fellenoord gelopen, waar dr Verhagen woonde. Ook daar stond de deur open, maar er was niemand aanwezig. Vervolgens zijn ze door de heg gekropen en zo bij mijn oma op de Broekseweg beland. Daar, nog steeds hevig bloedend, aangekomen zei mijn oma: “Maar vrouw, kom gauw binnen”. Ze nam een handdoek en waste haar gezicht schoon. Toen ze daarmee klaar was zag ze pas dat het haar eigen dochter en kleindochter waren.

 

Recht tegenover ons waren twee platgegooide huizen. Er waren helaas 13 doden te betreuren.

Op nr 402 wed. Mevr. De Zeeuw-Duitsman, Mevr. Maria Verschuren-de Zeeuw en Corrie de Zeeuw.

Op nr 404 de heer Bongaarts, mevr. Bongaarts-v.d.Broek en hun kinderen: Toosje, Greta, Henk, Sjaak, Willie, Mientje, Joke en hun oom de heer Kemper.

Ook in de straat ongeveer vijftig meter achter onze tuin, in de Harmoniestraat, waren bommen gevallen en daar waren twaalf of dertien doden.

 

Ik ben inmiddels 86 jaar, maar deze herinnering heeft diepe sporen achtergelaten.

 

Wim Kuijpers