Bijdrager Regionaal Historisch Centrum Eindhoven - RHCe
Jaar: 1976
Locatie 1.:Centrum |112 De Bergen |Paradijslaan
Onderwerp.: Gebouwen |Overige Gebouwen |De Waag
Reacties
Naam: Peter Vermeulen
Bij mijn weten is het Vogeltjesmuseum in 1979 onderdeel geworden van het Milieu Educatie Centrum op de Genneperparken.
Naam: Redactie EiB
Een artikel van het RHCe (041110) onverkort weergegeven;
Op 13 november 1954 kreeg Museum Kempenland dan eindelijk een eigen huisvesting in het Waagbouw aan de Paradijslaan. Ofschoon de initiatieven tot stichting van een oudheidkundig museum in Eindhoven al terug gingen tot de totstandkoming van Groot-Eindhoven in 1920, was het nog niet tot een eigen huisvesting gekomen. Het museum was in 1938 ondergebracht in het oude Stadhuis aan de Rechtestraat, maar deze ruimte werd in 1940 al weer gevorderd ten behoeve van het distributiekantoor. Uiteindelijk moest de collectie in de oorlog verspreid in de stad worden opgeslagen. Geen wonder dat het museumbezit veel te lijden had en vele voorwerpen spoorloos verdwenen. In 1949 had men slechts de beschikking over enkele vertrekken in het gebouw Balkwiel, een villa die gelegen was ongeveer waar nu het kantoor van de Lage Landen ligt aan de Ten Hagestraat. Op 13 november 50 jaar geleden beleefde museum Kempenland zijn feestelijke opening. De Eindhovense gilden gaven met hun uniformen, vaandels en zilveren schilden de plechtigheid extra cachet. Aan lovende woorden tijdens deze plechtigheid geen gebrek. Burgemeester Kolfschoten riep op trouw aan het verleden te blijven en met deze vorm van cultuurbescherming door te gaan. Deze haard der historie moest blijven branden. De literator Antoon Coolen hield bij de opening een beschouwing over het behoud van culturele waarden in de industriestad Eindhoven. De Waag bleek een te krappe jas. In 1970 vertrok het museum naar het oude Kantongebouw aan het Stratumseind en in 1984 naar de huidige locatie, de Steentjeskerk. De vaste opstelling van de collectie en de goed verzorgde wisseltentoonstellingen over het Brabants erfgoed zijn nog altijd een bezoek meer dan waard.