EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation
Google Maps

Uw selectie...

Fotonr.:

39054

Bijdrager:

Jaar:

Niet bekend

Stadsdeel:

Centrum

Buurt:

111 Binnenstad

Straat:

Ten Hagestraat

Onderwerp 1.:

Religie

Onderwerp 2.:

Katholieke Kerken

Onderwerp 3.:

Centrum, H Hart van Jezus, Paterskerk Augustijnen

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image




  • facebook
  • twitter
  • img
Paterskerk

Beschrijving

De Augustijnenkerk is een voormalige kerk aan de Tramstraat 37 en wordt ook wel Paterskerk of Heilige-Hart kerk genoemd. Het gebouw is aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd voor de Augustijner paters van het naastgelegen Klooster Mariënhage. Opvallend is het Heilig Hartbeeld op de torenspits, van de Roermondse beeldhouwer Jean Geelen. Het is een beeld van Jezus die zijn armen uitnodigend openhoudt. Het is gemaakt van hout en koper, vier meter hoog en met een gewicht van 800 kilo. In de volksmond heet het beeld, dat vroeger verguld was, 'Jezus waaghals'. De kerk was tot december 2017 eigendom van het klooster; uitvaartverzekeraar en -verzorger DELA is sindsdien eigenaar van het hele complex Mariënhage. De kerk is een rijksmonument. (Red.)


Geplaatst op

01-12-2021

Reacties:

Datum: 22-07-2022
Naam: G.A.M.Strijards (Gerardus)  
img

Het probleem met de komst van de paters Augustijnen in 1891 naar Eindhoven was dat hun verhouding tot de diocesane rechtsmacht van de bisschop van Den Bosch niet echt goed geregeld was. Een kloostercongregatie kan opgericht worden door wereldlijke geestelijken zoals een residerend bisschop of een pastoor. Pastoor Zwijsen te Tilburg placht dat te doen. Hij koos daarvoor broeders en zusters die hoorden tot de Franciscaner Orde die zich gebonden wisten aan de regels die Sint Franciscus van Assisië voor dergelijke gemeenschappen had ontworpen. Maar Zwijsen zette dan een stichtingsreglement op, waarin hijzelf als stichter de opperste rechtsmacht kreeg in canoniekrechtelijke en wereldlijke aangelegenheden. Hij was de opperbaas. De kloosterlingen vestigden zich op zijn bevel in dorpen, steden en gehuchten en droegen aan hem jaarlijks verantwoording af. De Augustijnen wilden dat beslist niet. Zij redeneerden dat hun orde eigenlijk in 344 was gesticht door Sint Augustinus en dat zij daarom als kloosterlingen een autonoom spiritueel lichaam waren binnen de kerkorganisatie die eigenlijk pas bij het Concilie van Trente in 1543-1563 volledig was gecodificeerd. Hun rechtspersoonlijkheid bezittende universele orde was niet zondermeer onderworpen aan het primaatschap van de paus: dat bestond immers in 344 helemaal niet. Er was een bisschop van Rome, maar die was destijds in dat jaar nog zeker niet de primaat van het Westen. Ze waren dus evenmin automatisch onderworpen aan de jurisdictie van de door de paus benoemde bisschoppen en evenmin aan de door deze aangestelde pastoors. Zoals de deken van Eindhoven. De Augustijnen eisten daarom voor hun leden en hun kloosterlijke gebouwen en terreinen een zekere immuniteit en exterritorialiteit op. Dat zag de Eindhovense deken met lede ogen aan. Hij duchtte ernstige concurrentie van deze Augustijnen, wier kerkelijke vieringen, sacramentele bedieningen en onderricht al gauw interregionale faam verwierven en bleven dragen. Gelovigen uit alle windstreken spoedden zich naar deze Heilig Hartkerk om daar mis te horen, te biechten en sacramentaliën te ontvangen zoals de roemruchte beblazingen en lijfstrijkingen waarin sommige paters bleken te excelleren. Sommige paters kregen de faam die die van de gebedsgenezeresse Jomanda uit de vorige eeuw minstens evenaarden. Met wonderdadige blijvende fysieke effecten. Bisschop Godschalk kreeg er aanstonds mee te maken. Op voordracht van de Eindhovense deken en de pastoorskrans uit de randgemeenten werd de bisschop voor tal van eigenaardige jurisdictieconflicten gesteld. Want het scheelde beslist in de collectes en gezinsbijdrages als de Augustijnen wondertjes wisten te verrichten in de drukbeklante vieringen in hun Heilig Hartkerk, zoals de Blasiuszegen en de uitdeling van de fameuze Sint Tolentijnsbroodjes. bij het gelijknamige altaar. De deken zag heel wat gelden verdwijnen in de Augustijner schatkist.