Bijdrager Peter Vermeulen
Jaar: 1930
Locatie 1.:Strijp |614 Schouwbroek |Strijpsestraat
Onderwerp.: Religie |Katholieke Kerken |Strijp, St Trudo
St Trudokerk met luihuis
Beschrijving | De afstempeling is dan wel 1935 maar ik dateer de foto ca 1930. De toren is nog niet gebouwd (dat gebeurde na de brand van 1936) maar het luihuis staat er nog wel en is zeker niet in 1922 afgebroken zoals vermeld bij foto 2226. Smeets zegt zelf in zijn boek "Toen ons opoe nog 'n durske war" dat het luihuis kort na 1928 is afgebroken. |
---|---|
Geplaatst op | 15-12-2005 |
Reacties
Naam: gerard strijards
Het luihuis is in 1936 afgebroken, bijna terstond na de brand in de kerk, waarover deze site eerder en elders berichtte. Inderdaad werd de huidige toren gebouwd uit de assurantiepenningen die het Roomsch-Katholieke Onderlinge Waarborgfonds "Sint Donatus" uitkeerde en die de herbouwwaarde van het casco aanmerkelijk overtroffen. De pastoor liet, toen de aanbesteding was geaccepteerd door het bisdom te Den Bosch, de klokken die nog in het luihuis hingen onmiddellijk omsmelten tot nieuwe klokkenspijs. Dat was strijdig met de Monumentenwet, want het gold hier uitzonderlijk grote, gave middeleeuwse klokken die getaxeerd waren als uniek, onherleidbaar en onwaardeerbaar openbaar kunstbezit. Bovendien stond niet vast dat zij eigendom waren van de rooms-katholieke stichting die het beheer uitoefende over de zogeheten kerkfabriek van de oeroude parochie Sint Trudo bij Strijp. Hoogstwaarschijnlijk waren zij eigendom geworden van de gemeente Strijp. En zulks krachtens de naastingsregeling behorende bij de Staatsregeling des Bataafschen Volks van 1798 die bepaalde dat belleforts, luihuizen, klokkenstoelen en het bijbehorend klokken- en bellengerief openbaar eigendom ten gemeene nutte zouden zijn van de plaatselijke burgerlijke gemeente die de klokken placht te bezigen ter alarmering van de ingezetenen bij brand, ontploffing, overstroming, oorlog of beleg. Het ging om twee onderling harmonisch fraai luidende klokken, hangende in een zware klokkenstoel waaromheen het merkwaardige lage luihuisje was gebouwd in 1809, dat men op deze foto wat donker links ziet staan op de achtergrond, vóór de daggelderswoninkjes aan het "Kerkeind" die daar schuins noord-oostwaarts weg verlopen. Deze weg -- het "Kerkeind" -- was het verlengde van de Schootsestraat, zoals thans de benaming is, links buiten de foto verlopend. De omvangrijke en disharmoniërende verbouwingen aan het kerklichaam van de neogothische Sint Trudokerk uit 1887, gebouwd volgens plan van de timmerman-architect Cornelis van Dijk. zijn nog niet begonnen, zo op het oog. Deze verbouwing vereiste werkzaamheden aan het noordtransept die zo te zien nog niet gestart zijn. Maar de grote massa van het midden in het plantsoen staande Heilig Hartbeeld met hardstenen sokkelcompositie en gedenkplaat staat al midden in het rozenplantsoen dat pastoor Franciscus Werners, de gedreven dorpspastoor van destijds, liet aanleggen in 1925 toen dit omvangrijke monument hem werd aangeboden door het kerkbestuur ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig jubileum van zijn priesterwijding. Aangezien de eerste werkzaamheden aan de door Louis Kooken, Eindhovens stadsarchitect, gestarte verbouwing van de kooromgang met doopkapel en trappenhuis startten in 1930, zou ik gissen, dat de foto is genomen tussen 1926 en 1930, omdat de gemetselde omheining met gesmede spijlwerken rondom het rozenplantsoen al af is. En daaraan is men begonnen te metselen in 1926.
Naam: Eric Kemperman
Heer Strijards, hartelijk dank voor uw uitgebreide informatie over het luihuis van de Trudokerk. Ook uw informatie over begraafplaatsen naast waterputten is zeer illustratief! Op deze foto lijkt het overigens of het luihuis vlak tegen de kerk staat, maar dat is fotografisch gezichtsbedrog. In werkelijkheid stond het luihuis aan de overkant van de Strijpsestraat, zoals bijvoorbeeld op foto's 2810 en 2226 te zien is, en door u is toegelicht. Overigens heb ik nog wel een opmerking over de klokken. Het is natuurlijk idioot dat de pastoor in 1936 de meer dan 500 jaar oude klokken liet omsmelten. Het eigendom mocht in "juridische zin" wel zijn overgegaan naar de gemeente Strijp, krachtens de bepalingen van de Bataafsche Republiek, maar dat was natuurlijk ordinaire diefstal. Het Napoleontische Frankrijk was zeer anti-klerikaal, en heeft voortvarend de macht en het bezit van de katholieke kerk aangepakt. Dat de pastoor in 1936 de klokken "terugpikte", kun je ook beschouwen als feitelijke omkering van de naasting uit 1798. Maar het staat iedereen vrij om daar anders over te denken...