Op de hei aan de Korianderstraat werden toen de bussen, waarmee de bezoekers aan de tentoonstelling vanuit het hele land naar Eindhoven kwamen, geparkeerd. Het was dus een drukte van belang. Op een gegeven moment vroeg iemand aan een buurvrouw of hij gebruik mocht maken van het toilet. Dat mocht en toen hij wegging gaf hij haar een gulden. Zij zei daarna: Hij gaf me een gulden, maar het stonk wel voor een rijksdaalder.

Inderdaad de Nationale Landbouwtentoonstelling, die wij met ons gezin ook bezocht hebben. Ongeveer op het terrein waar nu de wijk de Roosten ligt. Middenin stond een modelboerderij om de boeren te laten kennismaken met de voor toen nieuwste technieken en opvattingen.
Na school, de Franciscusschool in de Thijmstraat, gingen wij om 16.00uur met een stel jongens altijd kijken naar het in- en uitladen van de paarden. Dat was prachtig. We lagen dan in de slootjes aan de andere van wat nu Floraplein heet. Het was nog spannend ook want er sloeg wel eens een paard op hol.
Die september was erg warm. Heel veel mensen uit de omgeving kwamen met de fiets. Op de plek waar later Jan de Kuster met zijn fietsenwinkel zou komen was een oplenluchtfietsenstalling ingericht. De banden klapten bij bosjes wegens de hitte. Wij als schooljongens en vooral de grotere broers ging toen de handel in. Wij boden fietsenstalling uit de zon in ons schuurtje of onder een zeil, voor een kwartje . Menigeen heeft zo een leuk centje bijverdiend, zeker voor die tijd, net 4 jaar na de oorlog.