Bijdrager Willie van Tilburg
Jaar: 1939
Onderwerp.: Gedrukte en Geschreven Media |Documenten |Overheidsdocumenten
Distributie-stamkaart
Beschrijving | Willie van Tilburg vond deze distributiestamkaart tussen zijn oude post. Wat mij opviel was dat deze kaart was uitgegeven op 12 oktober 1939, terwijl ik altijd heb gedacht dat deze pas tijdens de oorlog in omloop zijn gekomen. Maar ik ben dan ook van na de oorlog. (Peter) |
---|---|
Geplaatst op | 31-03-2007 |
Reacties
Naam: Ben Brekelmans
Mijn moeders distributiestamkaart dateert van 28 oktober 1939, dus ook van voor WO2. Haar tweede kaart is van na juni 1946, de maand waarin ze trouwde met mijn vader. De kaart staat nl. op naam van Claassen echtg. van Brekelmans. De rantsoenering begon dus voor de oorlog en liep daarna nog door. Ook ik ben van na de oorlog.
Naam: Rini Talens
Ik vind het ook vreemd dat men dit al uitgaf voordat de oorlog was uitgebroken, maar misschien staat een distributiestamkaart wel los van de distributiebonnen die in de oorlog zijn gebruikt en had het meer te maken met de armenzorg, want de crisistijd is nog lang in Nederland blijven bestaan door het vasthouden aan het 'goud als standaard voor de gulden' beleid van Colijn. Op de middelste sectie bovenaan lees ik wel 17 sept. 1940.
Naam: Anne Troost
De distributiestamkaart en de distributiebonnen waren één geheel. Deze stamkaart is uitgegeven om in de crisisjaren de schaarse producten zo eerlijk mogelijk te verdelen. In de oorlog werden deze kaarten ook gebruikt, maar toen de Duitsers er achter kwamen dat er veel fraude werd gepleegd, zijn ze in 1943 overgegaan op nieuwe stamkaarten. Toen werden de nummers van de persoonsbewijzen en inlegvellen gekoppeld.
Naam: Wil van Hout
De zogenaamde stamkaarten hadden met het verkrijgen van bonnen te maken. Nu was het ook nog zo dat niet eenieder van bepaalde schaarse producten gebruik kon maken en werd dan de stamkaart gebruikt voor het verkrijgen van zulke producten. Ik noem als voorbeeld fietsbanden. Om daarvoor in aanmerking te komen moest men aantonen meer dan een bepaald aantal kilometers van het werk te wonen en dat er geen openbaar vervoer was. Als ik het nog goed heb, werd dan de stamkaart als zodanig gebruikt. Het gebruik van bonkaarten is begonnen in 1939 en liep tot de 50er jaren van de vorige eeuw. Maar er zijn nog steeds bonkaarten die ergens opgeslagen liggen voor de volgende periode van schaarste.
Naam: Fanny Bovers
De distributiekaart die in en na de oorlog werd uitgegeven, zie foto 8925, werd plaatselijk uitgegeven. De distributiekaart hierboven heeft duidelijk met de crisis in die tijd te maken. En ook het gevolg dat Colijn, Minister van Financiën, in 1936 de gulden liet devalueren, De distributiekaart is eigenlijk vanaf de Eerste Wereldoorlog na 1918 regelmatig gebruikt om ieder de mogelijkheid te geven om goederen te kopen (of dit altijd eerlijk ging, betwijfel ik). Ook de Duitsers hebben gebruikgemaakt van de distributiekaart. En na de Tweede Wereldoorlog is dit voortgezet enkel en alleen omdat er niet veel te krijgen was.
Naam: Hans Strootman
In 1952 werd de koffie als laatste vrijgegeven, maar eind jaren 50 met grote spanningen in de wereld, lagen er al weer bonnen klaar voor eventueel gebruik. Bij de oliecrisis van 1973 kregen we even te maken met benzinebonnen. Ik weet nog hoe jaloers we waren dat een collega die een Mehari reed, extra bonnen kreeg, omdat die auto als bestelauto werd gezien. Het zou me niet verwonderen als dergelijke noodmaatregelen nog voorhanden zijn om in voorkomende gevallen snel te kunnen gebruiken.
Naam: Cor v. Suydam
De stamkaarten waren al voor de oorlog uitgegeven om klaar te zijn voor eventuele schaarste van goederen zoals dat in de eerste oorlog gebeurde, zo ook werd suiker het eerste artikel dat op de bon kwam sept/okt. 1939. Dat was om wat ervaring op te doen hoe het zou gaan. Er was geen tekort aan suiker, want je kreeg meer op de bon dan dat je nodig had. De stamkaart was heel belangrijk, want als je die kwijt was kreeg je zomaar geen nieuwe. Het verlies moest eerst goed onderzocht worden. In de tussentijd zat je zonder eten, het stamkaartensysteem werd gretig door de Duitsers gebruikt want ALLE hoofden van een gezin hadden een kaart met het aantal gezinsleden erop, daarom was het ook heel gemakkelijk om persoonsbewijzen uit te reiken. Bingo! We zaten allemaal in het net.
Naam: Cor v. Suydam
Fanny Bovers zit volkomen fout, tussen 1919 en 1939 was er niets op de bon. Als je geld had kon je kopen, de werkelozen gedurende de crisisjaren kregen wel BONNEN of vergunningen om goederen zonder betaling te verkrijgen zoals blikken soep en vlees, schoenen voor school enz. Het had ook niets te maken met de devaluatie van de gulden, want dat werd door Colijn gedaan om de werkeloosheid te bestrijden. MAAR gedurende de jaren 38/39 was de spanning over de gehele wereld vreselijk. Er werd gepraat over oorlog en nog eens oorlog, er waren al verschillende oorlogen bezig, denk maar aan Spanje, Finland, Italië in Ethiopië, de overname en bezetting door Duitsland van Oostenrijk, het Sudetenland, het Rijngebied enz. Er was dus alarm genoeg om het distributiesysteem in te schakelen en dat kost heel wat werk. Dat het na de oorlog nog verschillende jaren doorging, was gewoon omdat er een wereldtekort was en schepen te kort om de goederen te vervoeren.
Naam: Fanny van Ree Bovers
Beste Cor, toch even lezen. Ten eerste schrijf ik over de distributiekaart en niet over bonnen. Distributie (verdeling) kaart of bonnen heeft niets te maken met of je wel of geen geld hebt. De distributiekaart of bonnen waren er om iedereen in de gelegenheid te stellen schaarse voedingsmiddelen en goederen te kopen (alleen op de zwarte markt kon diegene met veel geld bijna alles krijgen). Het devalueren van de gulden was nodig, niet alleen om de werkeloosheid te bestrijden maar ook om de handel in stand te houden.
Je haalt twee dingen door elkaar, de voorziening om diegene die geen geld hadden toch te voorzien van de noodzakelijke goederen. En de verdeling van goederen.
En zelfs in 1973 hebben we nog te maken gehad met benzinebonnen (c.q. distributie bonnen) door de oliecrisis.
Naam: Cor v. Suydam
Beste Fanny, de distributiestamkaart had je nodig om bonnen te verkrijgen op het distributiekantoor, die bonnen waren nodig om schaarse goederen te kopen. Geen stamkaart, dan geen bonnen, dus niks te eten! Het devalueren van de gulden was om de handel en fabricage goedkoper te maken voor het buitenland en daarbij meer mensen aan het werk te krijgen oftewel werkloosheid te bestrijden. De devaluatie was te laat. Die had al in '33 moeten gebeuren, maar Colijn zou en moest een harde gulden hebben.
Naam: Cor v. Suydam
Hallo Fanny, nog even over bonnen. Ik heb die twee dingen niet door elkaar gehaald. De voorziening voor de werklozen werd gedaan met de uitreiking van bonnen of vergunningen, zij konden ook goedkope margarine enz. verkrijgen maar ook weer in vastgestelde hoeveelheden. Ik heb dit erbij gedaan vanwege het feit dat je eerder schreef dat de stamkaarten nog van de eerste oorlog afstammen om iedereen de kans te geven om hun goederen te kunnen kopen.
Er was geen schaarste aan goederen in Nederland tussen de twee oorlogen, dus geen distributie, maar er was grote schaarste aan geld, er werd veel meer geproduceerd dan er werd verkocht, het resultaat daarvan was dat bijvoorbeeld de boeren hun melk in de sloten lieten weglopen en het fruit en groenten die niet verkocht konden worden op de veilingen vernietigd werden en met petroleum besproeid zodat het niet gebruikt kon worden. Dit gold ook voor fabrikanten die hun goederen niet meer konden verkopen. Dus meer mensen zonder werk en zo was het over de gehele wereld.
Naam: Paul van der Cingel
Wat Hans Strootman zegt over het laatste product, koffie, dat "op de bon was" zoals dat toen heette, herinner ik mij nog goed. Tussen de Bevrijding en 1952 waren geleidelijk steeds meer producten zonder bonnen te koop. Ik herinner me nog dat ik met mijn moeder naar het distributiekantoor ging, een houten gebouw waarvan de loketten beveiligd waren met kippengaas. Op vertoon van je distributiekaart kreeg je dan een aantal bonnen waarop stond wat je ermee kon aanschaffen, je kreeg die spullen na de oorlog overigens niet gratis. Het systeem werd na de oorlog alleen gebruikt om schaarse artikelen aan iedereen ten goede te laten komen. Op de bonnen stond niet alleen aangegeven om welk product het ging, maar ook de week waarin de bon geldig was en de hoeveelheid, b.v. 200 gram vlees. De winkelier moest die bonnen goed bewaren en er een administratie van bijhouden, want die gegevens werden dan weer gebruikt om de hoeveelheid aan de winkelier te leveren producten voor de volgende periode te bepalen. Het kantoor was gevestigd op het College, helemaal aan het einde links. Je kon er toen alleen komen via het Stratumseind.
Naam: Wil van Hout
Met regelmaat moest ik daar naar toe van mijn moeder. Op een dag kwam er een politie naar de wachtenden, met een non. Samen liepen ze langs de rij en plukten mijn vriend Harrie Bakers uit de Weteringstraat er uit en hij moest mee van de non. Wat was de oorzaak? De non had aangifte gedaan van diefstal van konijntjes uit de school en wees mijn vriend aan als de dader. Nu dacht iedereen dat het echte konijnen betrof maar het waren uiteindelijk stoffen konijnen. Al snel was duidelijk dat wij in de rij stonden. Uiteindelijk weer achteraan aansluiten natuurlijk. Tot heden weet ik nog niet waar de non haar school was.