Op de achtergrond de Anthonius van Paduakerk in de Kwartelstraat. Ik ben geboren op nr 22, samen met mijn tweelingbroer Willie. Pastoor Holtus was de pastoor en die had een roeiclub Stella Maris, als ik me niet vergis, maar dat was alleen voor de rijken uit zijn parochie. Toen werd er nog verschil gemaakt onder de parochianen. Van de rijken kreeg hij het meest gedoneerd en die hadden ook hun eigen stoel (met naam) wat tegenwoordig niet meer zou kunnen. Ik kan me nog een anekdote herinneren van mijn vader. Hij vertelde dat de pastoor langs kwam en zei: "het wordt tijd dat er weer een kind geboren wordt meneer V.d. Heuvel", waarop mijn vader zei: "ik zal ze wel maken meneer pastoor, als gij der mar vur zorgt".