Fotonr.: 14
Bijdrager Redactie EiB
Jaar: 1866
Locatie 1.: Tongelre Onderwerp.: Plattegronden / Topografie |Eindhoven vóór 1920

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image

Kaart van de Gemeente Tongelre

Beschrijving

De Gemeente Tongelre in 1866. Met 773 inwoners en een oppervlakte van 1022 bunders. Een kaart uit de Gemeenteatlas van Jacob Kuyper.


Geplaatst op 06-04-2005

Reacties

Datum: 05-01-2006
Naam: Hans van Melis img

Kijk hier en op foto 12 voor de loop van de Laak en dus de grens tussen Tongelre en Stratum.


Datum: 17-06-2007
Naam: Hans van Melis img

De grenzen van Tongelre, de grens met Zes Gehuchten was een luchtlijn (met grenspalen?). Verder bestond de grens uit water. Met Stratum de Lakerloop. Met Woensel de Dommel. Met Nuenen de Rul of Kleine Dommel.


Datum: 17-06-2007
Naam: Hans van Melis img

Ook het Stratumse deel van de Poeijers ligt in Tongelre.


Datum: 17-06-2007
Naam: Peter Vermeulen

Na de annexatie is men Poeijers ten zuiden van het kanaal steeds meer als deel van Stratum gaan zien en de grens is later bij het kanaal kadastraal vastgelegd.


Datum: 17-07-2007
Naam: Rini Talens img

In de Romeinse tijd is er waarschijnlijk nooit een Romein in Oost Brabant geweest, tenzij hij verdwaald was. De Romeinen hielden zich voornamelijk langs de rivieren op, die ze als verdediging gebruikten tegen Germaanse stammen uit het oosten, waarbij de Maas een ‘2nd line of defence’ was. De binnenlanden van Brabant waren niet interessant voor hen. Oost Brabant werd bevolkt door een half-nomadische Keltische stam, De Tungrii, die toch wel wat sporen heeft achtergelaten, zoals de vele namen die met Tonger beginnen, zoals Tongelrepe, waarbij epe water betekent o.a. ook Gen-epe (stromend water) denk ook aan Gen-der. En natuurlijk de naam Tongelre zelf, een van hun weinige nederzettingen. Met de komst van de Franken (rond 500) werden vooraleerst nederzettingen gesticht op de hoogste gronden in de woeste Brabantse binnenlanden. Woensel (Wo’en-salle --- Wodanszaal) en Son, met namen afgeleid van hun goden, zijn toen ontstaan. Grenzen waren de rivieren en moerassen die ertussen lagen. Ook latere uitbreidingen ontstonden op de hoogste gronden. Door al die ontginningen, het droogleggen van vennekes enz., werd Brabant steeds droger en groeiden de dorpjes naar elkaar toe met een rivier die ertussen lag. In het geval van een drooggelegd moeras moest er een grens worden getrokken. De naam Poeier is afgeleid van Poder, een soort modder van fijn zand, doet daar nog steeds aan denken en geeft aan dat het nog niet zo erg droog was. De weg tussen Stratum en Tongelre had een voorde door de Lakerlope en heet(te) Voorterweg, maar vanaf waar de Lakerlope begon, tot aan de Kleine Dommel, moest een lijn worden getrokken door Tongelre en de Heer van Heeze en daar waar die lijn De Kleine Dommel ontmoet zie je op de kaart nog ‘Zegge’ staan, ook niet echt al te droog dus. Urkhoven, zoals alle nederzettingen die eindigen op ‘hoven’, is zo rond 800 ontstaan en moet derhalve nog op een relatief hoge plaats liggen.


Datum: 13-01-2011
Naam: Eric Kemperman img

Het lijkt erop dat het Wasven later is uitgediept tot de IJzeren Man (zie ook foto 7141). En het Karper Ven vergroot tot Karpendonkse plas. De naam IJzeren Man is eerder besproken. Zie foto 6684. Toch vreemd dat het TU-terrein "Hooge Heide" genoemd wordt. Laat ik nu altijd begrepen hebben dat dit terrein voor een symbolische 1 gulden verkocht is, omdat het te drassig was om er iets mee te kunnen doen.