De naam Dikke Cis verwijst naar mijn opa die Franciscus van der Sommen heette en goed geproportioneerd was, evenals mijn oma. Zij waren al lang gestorven. Mijn opa rond 1935. Maar toch bleef het het winkeltje van de dikke Cis heten. Mijn vader was enig kind en heeft de winkel nog zo'n 25 jaar voortgezet. Daarnaast werkte hij fulltime bij Philips en runde mijn moeder de winkel.

Ik heb een vermoeden dat Willem van der Sommen, de oud-stadsprins, ook tot deze familie behoort. Bestaat de stamboom van Van der Sommen?

Zoals ik al schreef, was mijn vader enig kind en had mijn vader wel tantes maar geen ooms die Van der Sommen heette. Dus als het al familie is, dan wel heel ver weg.

Zat hier rond 1960 een textielwinkel de Gang? Ik meen me te herinneren dat je door een gang naar achter moest, waar een klein winkeltje was. Hier werd ook kleding verkocht. Ik kocht hier een spijkerbroek, maar mocht die op school niet dragen.

Nee. De textielwinkel van de Gang (Sengers) zat zo ongeveer tegenover de Bergstraat. Het was inderdaad naast een gang. Ze zijn later naar Bladel verhuisd. Ik meen dat er na de Gang een verlichtingswinkel is geweest. Wij hebben daar nog eens een kroonluchter (met van die glazen stukjes eraan) gekocht. De verkoper wist ons te vertellen dat die een op een met jonge klare schoongemaakt moest worden. Dus een stukje glas van de luchter in een glaasje klare en dan het glas achterover slaan.

Als klein menneke ging ik met mijn moeder mee naar de Gang om kleren te kopen en dan moesten we tussen twee panden aan de Grote Berg door een smalle gang naar achter om in die winkel te komen. Mijn moeder vertelt me dat de ingang in eerste instantie aan de Grote Berg zelf zat en later naar achter is verplaatst, die bewuste gang door. Moeder Sengers is op de Draaiboomstraat begonnen met een textielwinkel, die later door dochter Marietje is voortgezet. Zoon Marinus heeft de Gang op de Grote Berg gehad.

Klopt Anne. Na de Gang een verlichtingszaak en daarna een witgoedwinkel. Naast de Gang stond een pand van de gemeente met om de hoek in de Paradijslaan de Gemeente Reinigingsdienst, met de garage van de vuilniswagens.

Wij woonden in de Prins Hendrikstraat en ik was op de lagere school bevriend met Franka van der Sommen, van het snoepwinkeltje, waar ik nog vaak binnen ben geweest. Ik zie het interieur en het plaatsje achter nog zo voor me. Franka had een zusje Paula, zo herinner ik me. Franka is nog mee geweest met mijn ouders en mij op een buitenlandse vakantie, waarvan foto's bewaard zijn.

Wat leuk dat daar een foto van is. Ik kwam daar graag, ook al had ik meestal niet meer dan 1 of 2 cent te besteden, 1 cent voor een velletje snoeppapier 2 of 3 voor een stokje zoethout. We kochten daar ook de ingrediënten voor poeliepek. Dat maakten we van drop die we in een flesje water oplosten en dat was niet eenvoudig. Drop lost niet gemakkelijk op, je schudde je een ongeluk en proefde af toe of het al de gewenste smaak had, maar meestal was dat niet het geval. Ik kende hem gewoon als de Cis en zie hem nog van achter de winkel naar voren komen. Dit was een van de plekken in Eindhoven waar de rooilijn nogal onregelmatig verliep. Het was eind jaren 40 en ik woonde nog op de Kleine Berg. De buurman rechts was kapper V.d. Laak, die had speciaal voor kinderen twee houten dieren in een kamertje links. Ik geloof een ooievaar en nog een ander beest. Op de andere hoek van de Deken van Somerenstraat ben ik ook wel eens op bezoek geweest, maar daar kwam ik niet graag, ik kwam daar altijd onder begeleiding van een tuut.